maandag 11 februari 2013

Voorjaar en vogelzang


Begin januari was het
zacht en zonnig en onmiddellijk hoorden we de eerste zingende koolmezen of een zacht murmelende roodborst. Wat een voorjaarsgevoel! Hoe werkt dat ook alweer precies met voorjaar en vogelzang? Daar is veel onderzoek naar gedaan. De koolmees heeft – net als andere zangvogels – een complex, ingebouwd mechanisme dat mannetjes en vrouwtjes voorbereid op het voortplantings-seizoen. De toenemende daglengte is daarvoor hèt cruciale signaal. Licht wordt waargenomen via het oog en in de hersenen stimuleert dat de productie van neurohormonen (in de hypothalamus en de hypofyse). Die hormonen prikkelen verschillende organen, zoals de geslachtsorganen die zich ontwikkelen voor de voortplanting. Maar ook de spiertjes van het spraakorgaan van de vogel (syrinx) worden geprikkeld: de vogel gaat zingen.
Elke vogel zingt het lied van zijn soort. Deze soort specifieke zang is deels erfelijk vastgelegd, maar moet ook geleerd worden. Jonge vogels moeten de zang van een mannetje (meestal hun vader) horen binnen twee maanden nadat ze uit het ei komen. Daarna moet een jong mannetje nog veel oefenen om het zo goed te kunnen dat hij rivalen vocaal de baas is en dat een vrouwtje hem kiest. Uit onderzoek bleek dat dialecten heel normaal zijn: Hengelose koolmezen zingen hun lied altijd net een beetje anders dan Deventer koolmezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten