Tuin vogelvriendelijk inrichten

Het is niet zo moeilijk om je tuin zo in te richten dat je veel verschillende

vogels naar je tuin lokt. Zorg in ieder geval voor drinkwater waar ze goed en veilig bij kunnen. Een ondiepe drinkschaal voldoet al. Vogels vinden voedsel op allerlei plekken. Een gazon is ideaal voor pieren zoekende merels en lijsters. Een dikke strooisellaag van compost, bladaarde of houtsnippers tussen de vaste planten levert roodborst, heggenmus en winterkoning een gevarieerd maaltje insecten, wormpjes en slakken, evenals rommelhoekjes en de composthoop. Veel verschillende bloeiende planten, struiken en bomen trekken veel verschillende insecten, die weer voedsel zijn voor bijvoorbeeld mezen, tjiftjaf en zwartkop. Nog beter is het als die planten na de bloei ook bessen, bottels, noten en andere vruchten hebben of veel zaden produceren. In muurbegroeiingen, klim- en heesterrozen en andere doornige struiken en in hagen vinden vogels een veilige plek om te nestelen en om te schuilen bij gevaar (poes, sperwer). Nestkastjes ophangen helpt ook. Het klinkt allemaal heel simpel … en dat is het ook!

Thema’s in de tuin

Veel tuinen zijn het resultaat van goede en minder geslaagde aankopen van potten en planten, van hebbedingetjes en tuinmodeattributen. Een ratjetoe is vaak het resultaat. Ik pleit voor een aanpak die helderheid en nieuw elan brengt. Begin met weg te gooien wat geen kwaliteit heeft, lelijk, verroest, kapot of verrot is. Maak alle lege en beplante sierpotten schoon. Breng vervolgens rust in het geheel door potten, planten en andere leuke tuinzaken te groeperen als een thema. Dat kan bijvoorbeeld een kleur zijn (blauw), een vorm (vierkant), een materiaal (hout, terracotta), een standplaats (schaduw) of plantengroep (vetplanten). Heb je bijvoorbeeld enkele blauwe geglazuurde potten, zet die dan bij elkaar als groep. In de schaduw is dat mooi met rustige bladplanten en schaduwbloeiers. Of zet er alleen witbloeiende planten in. Zet op een tuintafel in de volle zon een interessante verzameling vetplanten in verschillende terracotta potten en schalen. De mogelijkheden zijn eindeloos. Zulke groepen zijn fraai, brengen harmonie en zijn bovendien heel makkelijk te verzorgen.

Tuinwensenlijst

Ook de tuin is onderhevig aan onze veranderende wensen. We hebben meer of juist minder tijd om aan de tuin te besteden, we willen een andere sfeer of hebben genoeg van de lekkende vijver. Kortom, je wilt het anders, maar hoe pak je dat aan? Een ontwerp maken is een complex proces, waar veel kennis en kunde bij komt kijken. Daarom een advies voor de eerste stap, de wensenlijst. Neem veel tijd om tot een goede wensenlijst te komen. Splits bovendien de lijst op in twee delen: een deel met objectieve (concrete) wensen en een deel met subjectieve (abstracte) wensen. De concrete wensen gaan over hoe je de tuin gaat gebruiken. Zet er alles op wat nodig is, zoals een terras, een zandbak voor de kinderen, een kruidenhoek enzovoort. En houd het realistisch. Het tweede deel is minstens zo belangrijk en vraagt wat zelfonderzoek. Die lijst gaat over ‘wat voor sfeer wil ik’, ‘wat voor tuin past bij ons’, ‘welke wereld wil ik daar zien en voelen’, ‘waar houden we van’, ‘wat vinden we mooi of prettig’ enz.? Tuinboeken en tijdschriften lezen, tuinen bezoeken en zelf foto’s maken zijn daarbij heel behulpzaam. Neem de tijd om alle indrukken te verzamelen, op je te laten inwerken en er over te praten. En kom tot besluiten waar je samen helemaal achter staat. Zo ontstaat een goed doordachte wensenlijst waar elke tuinontwerper mee uit de voeten kan.

Voorsprong

Het voorjaar barst in de tuin los met witte sneeuwklokjes, gele winterakonieten en blauwe sneeuwroem, gevolgd door heerlijk geurende paarse maartse viooltjes, witte bosanemonen en gele primula’s. Planten die van oorsprong in bossen en bosranden voorkomen bloeien

vroeg. Ze benutten het eerste zonlicht om dicht bij de opwarmende bodem te bloeien. Binnenin hun bloemkelken is het net een paar graden warmer dan de omgeving. De eerste hommels en bijen vliegen van het ene ‘warme’ bloempje naar het volgende. Als de bomen hun bladeren krijgen zijn deze planten al klaar met de voortplanting.

'In the green'

Bollen plant je meestal als droge bol. Sneeuwklokbolletjes zijn echter gevoelig voor uitdroging en bovendien erg duur. Gelukkig is het heel makkelijk om toch meer sneeuwklokjes te krijgen, bijvoorbeeld op andere plaatsen in je tuin. Graaf in april een dikke pol diep uit (met alle bolletjes eraan). Verdeel die in kleine deelpolletjes en plant de bollen met al het blad er nog aan (in Engeland noemen ze dat 'in the green') op nieuwe plekken uit. De bolletjes vermeerderen zich onder de grond door zijbolletjes (klisters) te maken, waardoor de pollen vanzelf dikker worden. Simpel, goedkoop en effectief.