Hoe komt het toch dat de ene
tuinplant in mei al klaar is met bloeien en zaad heeft gevormd, terwijl de
ander koud met zijn eerste blaadjes boven de grond verschenen is. Dat heeft
alles te maken met de oorspronkelijke standplaats van de plant en de
overlevingsstrategie die de plant van nature ontwikkeld heeft. De lengte van
het groeiseizoen – aantal maanden met voldoende warmte, veel licht en lange
dagen – zijn daarbij bepalend. In streken met een mild winterklimaat kunnen
planten vroeg beginnen met groeien. Ze zijn voor de droge hitte van de zomer
klaar met hun voortplantingscyclus. Soorten uit noordelijke of bergstreken
beginnen later, maar profiteren van de enorme daglengte in de zomer. Veel van
de populaire prairieplanten zoals de zonnehoed (foto) behoren daartoe. Planten die laat in het seizoen
bloeien profiteren bovendien van de zomerse warmte en kunnen investeren in een
groot lichaam, dat veel bloemen kan voortbrengen en veel zaad oplevert,
zoals bij zonnebloemen, pompoenen, kompasplant,
vlinderstruik en veel hoge grassen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten